0125
05-06-1999
NAMES, ANATOMICAL SECTIONS OF THE EAR
Toine Horvers
Deelcollectie: Acoustic architecture - Architectural acoustics
Anatomische benamingen zeggen iets
over vorm en ruimte. Zij zijn een
beknopte omschrijving van het object,
het materiaal of de ruimte in het
lichaam. Er is sprake van randen,
vleugels, lobben, uitstulpingen,
plooien, openingen, holtes, gleuven,
spleten enz. Het zijn allemaal organische
vormen en ruimtes, maar om ze
in kaart te kunnen brengen, gebruikt
de mens de geometrische ruimteaanduidingen
lengte, breedte,
hoogte: de parameters van de architectuur.
Volgens dat systeem wordt
het lichaam, of onderdelen daarvan,
in plakjes gezaagd: in axiale (horizontale),
coronale (frontale) en
sagittale (zijdelingse) secties. Ik
werk als beeldend kunstenaar met de
spanning tussen deze streng wetenschappelijke
cartografische systemen,
en de
meditatieve, bijna religieuze
werking van het reciteren van de
Latijnse benamingen ervan in de
fysieke/
architectonische ruimte.
Bij
‘Acoustic architecture –
Architectural acoustics’ dacht ik
meteen aan het oor: het ultieme
voorbeeld van akoestieke architectuur.
Mijn manuscript gaat over het
door Vedute als uitgangspunt gestelde
architectonische uitgangspunt van
lengte, breedte, hoogte (32 x 44 x 7)
versus de organische klankruimte van
het oor, hoorbaar gemaakt door de
menselijke stem in de drie richtingen
van de xyz-as. Ik vond in een medisch
boek een uitgebreide atlas van het
menselijk oor in drie sectiesystemen,
met secties van 1 en 2 millimeter.
Ieder van de drie systemen bestaat
uit 16 secties. Ik heb alle Latijnse
namen van onderdelen in iedere sectie
ingesproken op een geluidscassette
van 2 minuten (aan iedere kant één
sectie). Het geheel bestaat dus uit
een soort archief van 24 cassettes.
Om een onderscheid te maken tussen de
drie verschillende sectiesystemen
spreek ik de namen van ieder systeem
in op een andere toonhoogte.
Het manuscript, de beschikbare ruimte
van 32 x 44 x 7 cm, bevat zowel dit
archief als de afspeelapparatuur om
het ruimtelijk ervaarbaar te maken.
–TH
‘Wat is God? Hij is lengte, breedte,
hoogte (de drie dimensies van de
zintuiglijk waarneembare ruimte, met
daarbij, de mysterieuze, voor ons
niet indenkbare), diepte.’
(Bernard van Clairvaux)